Toedieningsvorm
Granulaat in sachet 10 mg
Opmerkingen
Kan na mengen met minimaal 15 ml water per sachet gegeven worden via sonde (CH>5).
Korrels niet fijnmaken.
Bij patienten met een nauwe sonde of hoog risico op verstoppen van bestaande sonde, bevat zeer kleine suspensie deeltjes.
Dosering
Diarree:
gebruikelijk: 20 mg
frequentie: 1x
dosis/gift: 20-40 mg
max./dag: 40 mg
Interacties
Plasma concentratie daalt door enzalutamide, hypericum, rifampicine.
Verhoogt plasma concentratie van cumarinederivaten en fenytoine.
Bijwerkingen
1-10%: buikpijn, diarree, obstipatie, flatulentie, misselijkheid, braken, hoofdpijn
0,1-1%: droge mond, perifeer oedeem, duizeligheid, paresthesie, slaperigheid, slapeloosheid, stijging van leverenzymwaarden, dermatitis, jeuk, huiduitslag en urticaria.