Toedieningsvorm
Druppelvloeistof 100 mg/ml
Opmerkingen
1dr =2,5 mg, 1ml= 40 druppels
mag via sonde na verdunnen met water
Dosering
Pijn:
gebruikelijk: 200 mg
frequentie: 4x
dosis/gift 50-100 mg
max/dag: 400 mg
Druppelvloeistof 100 mg/ml
1dr =2,5 mg, 1ml= 40 druppels
mag via sonde na verdunnen met water
Pijn:
gebruikelijk: 200 mg
frequentie: 4x
dosis/gift 50-100 mg
max/dag: 400 mg
Naloxon/naltrexon:tegengestelde werking. Plasma concentratie daalt door ritonavir, lopinavir. Onttrekkingsverschijnselen bij ook gebruik van partiele opioidagonistsen. Groter risico op seretonerge toxiciteit bij ook gebruik van fenelzine, tranylcypromine, SSRI’s, venlafaxine, vortioxetine of duloxetine.
>10%: misselijkheid. duizeligheid. 1 – 10% obstipatie, braken, droge mond, zweten, verwardheid, hoofdpijn, slaperigheid, vermoeidheid, vasodilatatie 0,1 – 1%: vol gevoel, braakneigingen, diarree, orthostatische hypotensie, cardiovasculaire collaps, palpitaties, tachycardie, vermoeidheid, huiduitslag, jeuk, urticaria, erytheem