Toedieningsvorm
Drank 1/2/5/20 mg/ml
Opmerkingen
Mag via sonde na verdunnen met gelijk deel water.
Voor bepaalde bijwerkingen treedt gewenning op; zo kunnen misselijkheid en sufheid verminderen of verdwijnen na enkele dagen tot weken.
Dosering
Dyspneu, Hoest:
gebruikelijk: 20 mg
frequentie:4-6x
dosis/gift:5-10 mg
max./dag: 60 mg
Pijn:
Zie aanbevelingen richtlijn
Interacties
Plasma concentratie daalt door ritonavir, lopinavir.
Naloxon/naltrexon:tegengestelde werking. Onttrekkingsverschijnselen bij ook gebruik van partiele opioidagonisten.
Bijwerkingen
>10%: sufheid, verwardheid, obstipatie, misselijkheid, braken, ademhalingsdepressie, myoklonieen, epileptische insulten, urineretentie
1-10%: euforie, dysforie, miosis, hypothermie, hoestdemping en bij hogere doses verminderde geestelijke en motorische activiteit, verminderde maagmotiliteit en maaglediging, verminderde secretie vanuit de gal, darm en pancreas, verhoogde tonus in de dunne darm en het colon (soms leidend tot spasme en galkoliek), perifere vasodilatatie, verlaagde perifere weerstand, verlaagde baroreceptorreflex, jeuk, urticaria, blozen, zweten. Na epidurale en intrathecale toediening is het risico op bijwerkingen kleiner