Toedieningsvorm
Injectievloeistof 10 mg/ml
Opmerkingen
Geschikt voor orale toediening.
Voor bepaalde bijwerkingen treedt gewenning op; zo kunnen misselijkheid en sufheid verminderen of verdwijnen na enkele dagen tot weken.
Dosering
Pijn:
Zie richtlijn aanbevelingen
Interacties
Verminderde werkzaamheid bij ook gebruik van carbamazepine, fenobarbital, fenytoine, primidon, rifampicine, rifabutine, ritonavir, abacavir, darunavir, efavirenz,lopinavir, nevirapine, nelfinavir, tipranavir.
Onttrekkingsverschijnselen bij ook gebruik van partiele opioidagonisten. Naloxon/naltrexon:tegengestelde werking.
Plasma concentratie stijgt door atazanavir
Groter risico op toxiciteit zidovudine
ernstige hartritmestoornissen icm QT verlengers.
Bijwerkingen
>10%: sufheid, verwardheid, obstipatie, misselijkheid, braken, ademhalingsdepressie, myoklonieen, epileptische insulten, urineretentie
1-10%: euforie, dysforie, miosis, hypothermie, hoestdemping en bij hogere doses verminderde geestelijke en motorische activiteit, verminderde maagmotiliteit en maaglediging, verminderde secretie vanuit de gal, darm en pancreas, verhoogde tonus in de dunne darm en het colon (soms leidend tot spasme en galkoliek), perifere vasodilatatie, verlaagde perifere weerstand, verlaagde baroreceptorreflex, jeuk, urticaria, blozen, zweten. Na epidurale en intrathecale toediening is het risico op bijwerkingen kleiner